Er moet een nationaal campusbeleid komen om Nederland innovatief te houden. Dit bepleit Anne-Wil Lucas, directeur Kennispark Twente, in een opiniestuk dat op 28 juli 2020 in het Financieel Dagblad is gepubliceerd.
Van de mensen die nu thuiswerken verwacht 60% dat ook na corona nog één of twee dagen per week te willen doen, zo blijkt uit onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Wat opvalt is dat bijna niemand alle dagen zou willen thuiswerken. Dan missen we toch iets. De toevallige ontmoetingen, de onverwachte gesprekken. Die zorgen voor inspiratie en leiden vaak tot nieuwe ideeën. Inspiratie, innovatie en vernieuwing zijn nu eenmaal gebaat bij ontmoetingen en toeval. Twee zaken die het thuiswerken ons niet kan bieden.
Zo werkt het ook bij wetenschap en innovatie. Nieuwe hypothesen ontstaan als wetenschappers elkaar uitdagen. Nieuwe toepassingen van bestaande technieken komen voort uit gesprekken tussen mensen over hun vakgebied. Die ontmoetingen klinken en voelen als toeval, maar ze zijn het vaak niet.
Op de scienceparken en innovatiecampussen van Nederland wordt gestructureerd gewerkt aan het creëren van toevallige ontmoetingen tussen wetenschap en bedrijfsleven, tussen studenten en ervaren researchers. Plekken en gebouwen worden zo ingericht dat de kans op ontmoetingen tussen mensen van verschillende vakgebieden en bedrijven toeneemt. Noem het engineered serendipity. Dit alles heeft tot doel een klimaat te scheppen waar vernieuwing welig tiert en spin-outs van de universiteit kunnen uitgroeien tot volwassen bedrijven.
"Nog altijd zijn scienceparken en campussen afhankelijk van regionale of lokale financiering"
En met succes. De scienceparken en innovatiecampussen kennen een zeer sterke banengroei. Buck Consultants onderzocht de groei van banen op deze toplocaties en zag dat die (met gemiddeld 22%) bijna 4 keer meer is dan de gemiddelde banengroei van de gemeenten waarin de campussen gevestigd zijn. Campussen zijn dus van belang voor innovatie en voor banengroei. Kortom: voor het verdienvermogen van Nederland.
Het is daarom teleurstellend dat scienceparken en campussen nog steeds niet zijn opgenomen in het nationaal beleid dat het kabinet ontwikkelt om ons toekomstig verdienvermogen veilig te stellen. En dat is een gemiste kans.
Regionale focus
Nog altijd zijn onze campussen, zoals het Limburgse Brightlands, de High Tech Campus in Eindhoven en Leiden BioScience Park, afhankelijk van regionale of lokale financiering en van publiek-private samenwerking tussen universiteit, gemeente en het regionale bedrijfsleven. Het werkt, maar de financiering is vaak tijdelijk en sterk afhankelijk van het regionale beleid.
Deze regionale focus kan een verdere specialisatie van een campus in de weg staan. Want waar Nederland gebaat is bij een onderscheidend vermogen per campus, zijn regionale overheden vaak vooral op zoek naar regionale banengroei, ongeacht in welke sector of domein. Dit kan er zelfs toe leiden dat startups naar regio’s trekken waar de beste financieringsregelingen worden geboden, terwijl die regio’s qua innovatief ecosysteem niet de beste omgeving zijn voor de betreffende startups.
Tijd dus voor een gericht campusbeleid vanuit de nationale overheid. Waarbij het kabinet gaat werken aan een gestructureerd beleid voor alle scienceparken en campussen in Nederland samen. Want met alleen een topsectorenbeleid en aandacht voor sleuteltechnologieën bouw je nog geen innovatief ecosysteem. Daar hoort ook aandacht bij voor de fysieke plekken waar wetenschap en bedrijfsleven samenkomen. Waar gewerkt kan worden in gedeelde onderzoeksfaciliteiten en waar mensen actief met elkaar in contact worden gebracht.
Extra investeringen
Het bouwen en onderhouden van dergelijke campussen en scienceparken vereist enorme investeringen. Investeringen die nodig zijn voor de ontwikkeling van gedeelde voorzieningen, voor het proces van valorisatie, of voor het ondersteunen van spin-outs en startups. Maar ook voor business developers, die actief op zoek gaan naar nieuwe verbindingen tussen wetenschap en bedrijfsleven, en de communitybuilders die door middel van events kennis helpen delen. Ook zij hebben extra investeringen nodig.
Nu blijkt dat er vanuit de Europese Unie voor de komende jaren minder geld beschikbaar komt voor het onderzoeks- en onderwijsprogramma ‘Horizon Europe’, zullen universiteiten minder bereid zijn te investeren in fysieke locaties en het budget eerder besteden aan onderzoek.
Ook dat pleit ervoor dat het kabinet de handschoen moet oppakken en een nationaal beleid voor scienceparken en campussen moet ontwikkelen. Met Prinsjesdag staat de verdeling van het groeifonds op de agenda, de groeistrategie voor Nederland op de lange termijn. Maak hieruit middelen beschikbaar zodat scienceparken en innovatiecampussen kunnen helpen het Nederlandse verdienvermogen te versterken.
Anne-Wil Lucas is directeur Kennispark Twente. Zij schrijft dit artikel mede namens de tien grootste campussen van Nederland: Amsterdam Science Park, Brightlands Chemelot Campus, Campus Groningen, High Tech Campus Eindhoven, Kennispark Twente, Leiden BioScience Park, TU Delft Campus, TU Eindhoven, Utrecht Science Park, Wageningen Campus.