Kwaliteit examens en diploma’s ook bij 30 procent fysiek onderwijs gegarandeerd

Kwaliteit examens en diploma’s ook bij 30 procent fysiek onderwijs gegarandeerd

Universiteiten en hogescholen zullen maximaal 30 procent van hun onderwijs fysiek aanbieden komend jaar. Maar de kwaliteit van de examens en diploma’s blijft gewaarborgd. Dat zegt VSNU-voorzitter Pieter Duisenberg.

Duisenberg van de deed zijn uitspraak over de kwaliteit van de examens en diploma’s tijdens een interview met BNR. Dat had een rondgang gemaakt langs verschillende onderwijsinstellingen. Daaruit was naar voren gekomen dat universiteiten en hogescholen komend jaar maximaal 30 procent van hun onderwijs fysiek zullen aanbieden. Duisenberg wijst er in het interview op dat de 30 procent een gemiddelde is. “Het is geen maximum. Soms zullen we hoger uitkomen, soms lager. En het zal ook per studie verschillen.”

Volgens Duisenberg is de 30 procent gebaseerd op een doorrekening van die anderhalvemeter-regel. “Alles is gericht op minimalisering van de studie-achterstand, maar iedereen is zich wel gaan realiseren hoe belangrijk dat fysieke onderwijs is. U zult mij niet horen zeggen dat de kwaliteit net zo goed is als fysiek onderwijs, nee, echt absoluut niet. Wel zullen we eerstejaars vaak voorrang geven.”

Wel zegt Duisenberg dat het een stap in de goede richting is. “We zaten eerst helemaal online. Dit is een eerste stap, ik denk dat daardoor de kwaliteit alweer een enorme stap vooruit gaat zetten. Het zal voor iedereen beter worden, maar het haalt het niet bij het fysieke onderwijs, dat is veel intensiever, dan kun je gesprekken en discussies hebben.”

Volgens Duisenberg is het onderwijs dat gegeven wordt nog steeds zo goed dat er examens mee gehaald kunnen worden. “We hebben daar strakke kwaliteitseisen voor en die kwaliteit halen we ook.” Hetzelfde geldt voor de mensen die straks afstuderen. Hun diploma is niet minder waard. “Ook de diplomawaarborg wordt heel strak gecontroleerd op een manier waarmee we internationaal veel bewondering oogsten.”

Duisenberg onderkent wel dat de manier waarop deze generatie nu noodgedwongen les krijgt, minder goed is voor hun bredere ontwikkeling. “Studenten ontwikkelen zich namelijk beter en breder als ze bij elkaar zijn. En dat geldt zowel voor hun aanwezigheid op de campus als voor hun aanwezigheid bij een studentenvereniging. Daarom zijn we ook blij met de stap die we nu gaan maken, van helemaal niets in maart tot gemiddeld 30 procent.”

Over VSNU

In de Vereniging van Universiteiten (VSNU) werken de Nederlandse universiteiten samen aan een sterke universitaire sector. In VSNU-verband laten de veertien Nederlandse universiteiten aan de buitenwereld zien hoe zij vorm geven aan hun maatschappelijke taak, formuleren ze gezamenlijke ambities rond wetenschappelijk onderwijs en onderzoek en valorisatie en lobbyen zij voor de randvoorwaarden die nodig zijn om deze ambities te verwezenlijken.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven