Tijdens het webinar ‘De Toekomst van de Campus’ stelde Barend Last van Maastricht University dat de virtuele campus beter in het verlengde van de fysieke campus komt te liggen. In deze bijdrage gaat hij hier verder op in.
In het eerste deel van zijn bijdrage besteedde Last aandacht aan een stukje geschiedenis en de begrippen blended learning, hybrid learning en multi-locatieleren. In het tweede deel aandacht voor de huidige inzet.
De huidige inzet
Nu we weten waar we het over hebben, is het zaak te kijken naar de huidige inzet van de hybrid virtual classroom. Bij mijn universiteit (Universiteit Maastricht) is de setup in verschillende vormen onlangs getest. En ook internationaal wordt er veel uitgeprobeerd. Zo heeft de KU Leuven een prachtige onderwijsruimte met grote schermen gebouwd in samenwerking met Barco, hebben ze in de VS geëxperimenteerd met verschillende vormen en staat de setup ook in het Verenigd Koninkrijk hoog op de agenda van universiteiten. Wat mij echter opvalt is dat de reeds bestaande literatuur soms over het hoofd wordt gezien, en men proefondervindelijk het wiel opnieuw probeert uit te vinden.
Bovendien is er echt een groot verschil tussen het laten inbellen van studenten op een laptop via Zoom, of het bouwen van een enorme muur van schermen met speciaal daarvoor ontwikkelde software, zoals eye-tracking en interactietools. Daarom een kort overzicht van vormen die ik ben tegengekomen, uitgewerkt in vier verschillende continuüms.
Continuüm locatie (fysiek-online)
Allereerst is er de balans tussen de relatieve hoeveelheid studenten aanwezig versus op afstand. Dit continuüm loopt van 100% fysiek aanwezig tot 100% online aanwezig. Op de uiterste punten hebben we het natuurlijk niet meer over de hybrid virtual classroom, maar over volledig fysiek of volledig online leren.
Continuüm techniek
Ten tweede is er een continuüm dat loopt van “er zijn geen speciale voorzieningen anders dan de aanwezigheid van (goede) wifi” tot “de ruimte is speciaal ingericht met technische voorzieningen t.b.v. de hybrid virtual classroom”. In de praktijk zijn de meeste onderwijsruimtes niet speciaal toegerust op deze setup. Dit heeft natuurlijk direct invloed op het succes ervan.
Continuüm interactie
De mate van interactie lijkt me evident. Deze loopt van geen interactie tot veel interactie. Hoe meer interactie vereist, hoe uitdagender de onderwijsvorm wordt. De interactie is afhankelijk van de werkvorm die je kiest. Bij een simpel eenzijdig college is nauwelijks sprake van interactie, bij groepswerk natuurlijk veel. Het gaat dus om zowel docent-student interactie, als student-student.
Continuüm moeilijkheidsgraad
Dit laatste continuüm is tricky. Hieronder versta ik de moeilijkheidsgraad van de didactiek aan de docentkant. Indien deze alleen een monoloog vertelt, is de moeilijkheidsgraad uiteraard laag. Maar als deze aandacht moet geven aan alle studenten, zowel fysiek als virtueel aanwezig, tegelijkertijd, gericht op gelijkwaardige behandeling en interactie, dan is de moeilijkheidsgraad zeer hoog. Aangezien ons onderwijs veelal interactief is (activerend leren is het credo), is de moeilijkheidsgraad dus ook veelal zeer hoog.
Kansen en uitdagingen
Uit het voorgaande maak ik op dat de hybrid virtual classroom sowieso uitdagend is. Denk er maar eens over na. In de praktijk (bijvoorbeeld bij mijn universiteit) zijn bijna alle onderwijsruimtes ‘slechts’ uitgerust met wifi en eventueel een digitaal scherm (meestal met beamer en pc). Dit betekent dat ik studenten op afstand alleen zal kunnen zien op mijn laptopscherm, of op het grote scherm. Ons onderwijs is in de basis sterk interactief (we werken met probleemgestuurd onderwijs, dus veel discussies). De interactie is dus redelijk hoog. Dat maakt de moeilijkheidsgraad qua didactiek eveneens hoog. Immers, ik moet interactie bewerkstelligen met zowel de studenten op afstand als die fysiek aanwezig. Gezien de beperkingen in ruimtecapaciteit zal tenminste 50% van de groep (van meestal 10-15 studenten) op afstand zitten. Nou, begin er maar eens aan…
Zo lijkt het natuurlijk ondoenlijk, maar dat is niet helemaal waar. Stel je voor dat we een ruimte wel goed inrichten, zoals de KU Leuven deed (zie foto hieronder). Zij hebben een ruimte waarin elke student die inbelt op een eigen scherm wordt gepresenteerd, met hun hoofd ongeveer even groot weergegeven als de studenten fysiek aanwezig. Met speciale software die tal van interacties mogelijk maakt. Dan werkt de setting prima. Of nou ja, dan nog is er veel voorbereidingstijd nodig, laat staan forse investeringen in techniek en professionalisering. Maar het werkt prima.
Dan rest alleen nog de vraag: wat zijn dan de mogelijke voordelen? En met welke uitdagingen moeten we rekening houden? Het zijn er teveel om hier op te noemen. Toch wil ik een aantal essentiële kansen en uitdagingen meegeven.
Kansen
- Flexibeler onderwijs. Studenten hoeven niet (allemaal) te reizen.
- Toegankelijker onderwijs. Het is vanaf overal in de wereld te volgen, waardoor het bereik groeit en het geheel laagdrempeliger wordt.
- Het biedt mogelijkheden tot externe en/of internationale samenwerkingen, bijvoorbeeld met experts uit het werkveld of onderzoekers, die gemakkelijker deelnemen.
- Studenten en docenten leren beter met ICT omgaan. Deze vaardigheden zijn in onze huidige maatschappij essentieel. Er is echter wel voldoende ondersteuning nodig.
- En vergeet niet: het risico op besmetting op het coronavirus is drastisch lager.
Uitdagingen
- Mensen vertrouwen meer op visuele cues dan ze zich realiseren. Het is daarom, zeker bij het werken met kleine laptop- of tabletschermen, erg lastig gelijkwaardigheid te waarborgen.
- Studenten fysiek aanwezig hebben moeite om te interacteren met die op afstand, en vice versa. Bovendien ervaren studenten op afstand een zogenaamde transactional distance. De ervaring is nooit gelijk.
- Er is sprake van een fors hogere werkdruk voor staf en ondersteuners. Dit komt door de benodigde voorbereidingstijd (je werkt namelijk met twee onderwijsvormen tegelijkertijd), alsmede de professionalisering (nieuwe didactiek, omgaan met techniek).
- Aandacht verdelen als docent is en blijft lastig. Je moet immers constant switchen tussen fysiek en online.
- Grote financiële investeringen, alsook qua tijd.
Meer over kansen en uitdagingen
- Voor- en nadelen van multi-locatieleren (SURF)
- Beperkingen om-en-om model (Wilfred Rubens)
- Lessons learned from a socially distanced classroom (Inside HigherED)
- Systematische review (Raes et. al., 2019)
- Do's and Don'ts Hybrid Virtual Classroom (Barend Last, 2020)
Dus… wel of niet doen?
Tja, moeten we het nu wel of niet doen? Wat mij betreft is het antwoord: “nee, tenzij…” Ik adviseer om eerst te zoeken naar andere werkvormen om je leerdoelen te behalen. Bijvoorbeeld in kleinere groepen toch fysiek samenkomen, of iedereen online houden. De combinatie vereist zóveel voorbereidingstijd, die hebben we gewoonweg niet. Bovendien zijn onze ruimtes er over het algemeen niet op voorbereid. Alleen goede wifi is niet voldoende, ongelijkheid ligt op de loer.
Als je toch kiest voor de hybrid virtual classroom, realiseer je dan de forse nadelen die eraan kleven en wees daar transparant over. Besef dat het veel vraagt van zowel docenten, als studenten en ondersteuners. Laat staan de onderwijsruimtes en IT-infrastructuur. En speel met de vorm, wees creatief. Experimenteer met meer of minder studenten fysiek aanwezig, verschillende rollen voor studenten (zoals voorzitter, notulist), het werken met tablets of juist alleen één groot scherm. Er is geen one-size-fits-all. Van proberen kunnen we leren. En ik raad je zeker ook de tips aan van Wilfred Rubens in zijn blog. Laat je inspireren. Succes!
Referenties
Oliver, M., & Trigwell, K. (2005). Can “Blended Learning” Be Redeemed? E-Learning, 2(1), 17. https://doi.org/10.2304/elea.2005.2.1.2
Raes, A., Detienne, L., Windey, I. et al. A systematic literature review on synchronous hybrid learning: gaps identified. Learning Environ Res (2019). https://doi.org/10.1007/s10984-019-09303
Bron: https://www.linkedin.com/pulse/hybrid-virtual-classroom-synchroon-fysiek-en-online-onderwijs-last/
Voor meer informatie over Barend Last: www.barendlast.com