Omdat de capaciteit op de campus van Radboud Universiteit in Nijmegen niet volstond en het bestuur toch graag fysiek onderwijs terugwilde na de intelligente lockdown, werd uitgeweken naar twee bijzondere accommodaties.
Koen Fleuren is Hoofd huisvestings- en vastgoedmanagement aan de Radboud Universiteit. Hij vertelt over de voorgeschiedenis. “Op het moment dat we de campus weer wilden opstarten, zijn we samen met de arbo- en milieudienst begonnen met het in kaart brengen van de capaciteit van onze zalen op de campus, wanneer we de anderhalvemeterrichtlijnen in acht nemen. Die inventarisatie duurde – inclusief het anderhalvemeterproof maken – een aantal weken en leverde een dramatische teruggang in capaciteit op: er bleef nog maar 15 tot 20 procent over. Daar schrok ik wel van. Zo konden in onze grootste zaal, van 482 mensen, nu nog maar 82 mensen.” Tegelijkertijd met de inventarisatie kwam vanuit het primair proces inclusief het College van Bestuur van de Radboud Universiteit de behoefte om toch weer fysiek te gaan lesgeven. “Daarbij benadrukten ze vooral het belang van persoonlijk contact.” Ook was er vraag naar goede toetsfaciliteiten. “Je hebt het dan over grote groepen studenten waarvan je graag in één keer toetsen wil afnemen.”
In eerste instantie werd gedacht aan het neerzetten van grote tenten op of nabij de campus. Daar waren we niet zo enthousiast over: “De tenten zouden komen in het groen, waar het niet verhard was. Bovendien zouden ze niet op het eigen terrein van de campus komen maar in het nabijgelegen park. En je had te maken met vergunningstechnische en klimaattechnische problemen. Neem alleen al de geluidsoverlast bij harde regen.”
Daarop verlegde de afdeling de aandacht naar Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw de Vereeniging. “We wisten dat theaters het vanwege corona ook moeilijk hadden en waren ervan overtuigd dat er zeker capaciteit zou zijn. Daarop hebben we contact gelegd en zijn we gaan inventariseren wat nodig zou zijn om daar goed college te geven en om er goed te kunnen toetsen. Beide accommodaties waren al coronaproof omdat ze bezig waren met voorbereidingen om toch voorstellingen te gaan geven.”
Aanvankelijk was er nog een derde locatie in beeld, de Stevenskerk in Nijmegen. Die viel echter al snel af. “We liepen daarbij tegen allerlei problemen aan. Zo was de capaciteit minder groot dan we dachten. Bovendien beschikte de Stevenskerk niet over de voorzieningen zoals WiFi en audiovisuele middelen die de andere twee accommodaties wel hadden.”
In eerste instantie reserveerde de Radboud Universiteit zowel bij de Stadsschouwburg Nijmegen als bij Concertgebouw de Vereeniging alle beschikbare capaciteit. Daarna werd besloten het om te draaien: “We hebben toen de faculteiten gevraagd welke fysieke colleges ze wilden gaan geven.” Daaruit kwam naar voren dat er toch nog veel onderwijs digitaal zou worden gegeven. Het fysieke onderwijs vindt deels plaats op de campus en deels bij de twee bijzondere accommodaties “Van het totaal aantal beschikbare onderwijsruimten op de campus wordt dit eerste semester van het academisch jaar 2020/2021 ongeveer 40 procent gebruikt. De Radboud Universiteit neemt ongeveer vijf à zes dagdelen per week af bij de Stadschouwburg en de Vereeniging, met name voor onderwijs aan grotere groepen. Bij de twee accommodaties worden voor toetsen overigens niet alleen de grote zalen gebruikt, maar zijn ook de andere ruimtes in gebruik, tot zelfs het restaurant van de Vereeniging aan toe.”
Belangrijke aandachtspunten bij de twee bijzondere accommodaties waren de aanwezigheid van audiovisuele middelen en de kwaliteit van het WiFi-netwerk. “Allebei de voorzieningen waren uitstekend op orde bij beide accommodaties. Een extra aandachtspunt daarnaast was het kunnen opnemen van colleges. Daarvoor hebben we in goed overleg tussen de afdelingen van Radboud Universiteit en de twee accommodaties wel voorzieningen voor moeten treffen. Inmiddels is echter ook dat geregeld.”
In de twee accommodaties worden momenteel vooral colleges gegeven van Rechten, Sociale Wetenschappen, Managementwetenschappen en Letteren. De eerste reacties van zowel studenten als docenten op de bijzondere omgeving voor de colleges zijn uiterst positief. Binnenkort volgt een tweede test, het toetsen. “Een groot voordeel daarbij is dat we onze opstellingen kunnen laten staan. We maken ook wel eens gebruik van sporthallen voor grote toetsen en daar is dat anders.”
Naast voor onderwijs en toetsen worden Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw de Vereeniging ook meer dan voorheen gebruikt voor academische plechtigheden zoals oraties. “Daarbij hebben we wel de afspraak gemaakt dat onderwijs en toetsen altijd voorrang krijgen.”
Inmiddels lopen er gesprekken om ook in het tweede semester onderwijs en toetsen onder te brengen bij Stadsschouwburg Nijmegen en Concertgebouw de Vereeniging. “Daarbij moeten we vanzelfsprekend ook rekening houden met hun reguliere programmering.”