Onderwijs en onderzoek lijken op Hogescholen vaak tegenpolen. Onterecht, aldus Campus Day member Joop van Duren. Hij pleit er in zijn blog voor dat onderwijs en praktijkonderzoek samen optrekken.
De corebusiness van het HBO is te duiden als: het afleveren van gewilde professionals; professionals die over kennis, kunde en vaardigheden beschikken die ertoe doen voor het werkveld waarin ze aan de slag gaan. En dus is kwalitatief hoogwaardig onderwijs, kennisdelen en het aanleren van kunde en vaardigheden de kern waar het in het HBO om draait.
Nadere beschouwing van missie, visie en strategieën van Hogescholen leert dat ook het doen van praktijkonderzoek daarin voorkomt. En daarmee lijkt er een soort van polarisatie gaande. Docenten die vinden dat ‘elke euro’ naar het onderwijs moet aan de ene kant, en docenten die vinden dat ook praktijkonderzoek nodig is om curricula up-to-date te houden aan de andere kant. Beide ‘polen’ strijden om gelijk. Maar is het wel een ‘of’-‘of’ situatie?
Kijken we naar de vraagstukken waar toekomstige HBO-professionals mee aan de slag gaan, dan valt op dat ze complexer en meer strategisch van aard worden en dat ze doorgaans multidisciplinair van aard zijn. De context waarin die vraagstukken spelen wordt diffuser, er zijn meer stakeholders intensiever bij betrokken. En feiten en fabels, fake news en ‘the power of the crowd’ spelen een groter wordende rol van betekenis waarmee terdege rekening gehouden moet worden zonder er echt grip op te hebben.
Beide mechanismen (de toenemende complexiteit van vraagstukken en de grilliger context waarbinnen geacteerd moet worden) maken dat alleen vakinhoudelijke kennis, kunde en vaardigheden niet langer toereikend zijn. Toekomstige professionals moeten samenhangen en verbanden beter kunnen zien. Complexe vraagstukken kunnen analyseren en ‘fileren’ naar werkbare deelvragen. Oorzaak en gevolg analyses kunnen maken en kritisch zijn op bronnen en de keuze van theorieën, concepten en modellen waar ze hun handelen op baseren. Maar ook het kunnen synthetiseren vanuit antwoorden op deelvragen naar een logische en passende remedie voor de hoofdvraag is onmisbaar in de praktijk van morgen.
En laat dat nu net zaken zijn die ontwikkeld worden door het doen van (praktijk)onderzoek! Het ontwikkelen van kritisch denkvermogen, het kunnen doorzien en overzien van (lange termijn en bij-) effecten van een aanpak; dit zijn voorbeelden van zaken die onmisbaar zijn om overeind te blijven in situaties waarin interdisciplinair samengewerkt dient te worden, waarbij weloverwogen keuzes gemaakt moeten worden op basis van transparante afwegingen. Hierbij is van belang dat vanuit het oogpunt van het meekrijgen van kritische massa, het afleggen van verantwoording helder uitgelegd kan worden waarom de gekozen lijn is gevolgd.
HBO-onderwijs dient te appelleren aan het ontwikkelen van deze zaken en daarmee een onderzoekende houding en het kritisch denk- en communicatievermogen waarvoor hierboven werd gepleit, te ontwikkelen.
Mijn statement is daarom: onderwijs en praktijkonderzoek moeten hand in hand samen optrekken. Dat kan door onderzoek en onderwijs beter te integreren, door projectmatig werken aan real life opdrachten te koppelen aan een onderzoekende aanpak van die projectopdracht. Samen vormen onderwijs en praktijkonderzoek dan de corebusiness van het HBO. Het bundelen van de krachten in een constructieve samenwerking leidt aldus tot betere resultaten; net als bij de beide ezels in bijgaande afbeelding het geval is. Alleen langs de lijn van constructieve samenwerking tussen onderwijs en onderzoek kan het HBO de gewilde professionals van de toekomst afleveren, zo is mijn stellige overtuiging.
Joop van Duren is lector Facility management en programme director van de Master Facility & Real Estate Management van de Zuyd Hogeschool.