Steeds meer (buitenlandse) beleggers investeren in Nederlandse campussen. Maar is dit wel een gewenste ontwikkeling? Het Financieel Dagblad schreef er een boeiend artikel over.
In het artikel ‘Een brainpark laten bruisen valt niet mee’ komt onder meer Bert Kip, campusdirecteur van Brightlands Chemelot Campus en voorman van het Nationaal Campussen Overleg, aan het woord. Hij heeft zijn twijfels en vraagt zich hardop af: “Is zo’n commercieel vastgoedfonds wel bereid langdurig te investeren in de zachte componenten van een campus?” Daarbij doelt Kip op de optelsom van gezamenlijke faciliteiten zoals laboratoria en vergaderruimten en van de aanwezige bedrijven. Elders in het artikel spreekt adviseur René Buck van Buck Consultants International in dat verband over ‘het opbouwen van een ecosysteem’ en noemt de hoogste baas van het innovatiecentrum van Philips, Paul Put, ‘de vibe’ als bepalende factor voor succes. Het zijn echter wel zaken waarvoor een lange adem nodig is. Luc Joosten, fondsmanager van het Science Park Fund van a.s.r., voegt daar nog een element aan toe: “Huurders zijn minder dan normaal bezig met de gebouwen en meer met wie er in de buurt zit.”
Aan het eind van het artikel in het FD zet Kip ook een kritische kanttekeningen bij de buitenlandse beleggers: “Je wilt als Nederland toch de regie houden over de technologische ontwikkelingen van je land.” Kip zou daarom graag zien dat de Nederlandse overheid structureel investeert in de Nederlandse brainparks: basisfinanciering in plaats van incidentele subsidies, die steeds opnieuw moet worden aangevraagd. “We willen niet dat het vastgoed het bovenliggend verdienmodel wordt bij de brainparks. Dat is niet in het belang van de BV Nederland.”