Voor een transformatie van het onderwijs zijn ook curriculuminnovatie en professionalisering nodig

Voor een transformatie van het onderwijs zijn ook curriculuminnovatie en professionalisering nodig

Naast technologie zijn ook curriculuminnovatie en professionalisering nodig voor onderwijstransformatie. Dat stelt Jos Fransen, member Campus Day en emeritus lector Teaching, Learning & Technology Hogeschool Inholland.

Al decennia wordt de transformatie van het onderwijs voorspeld vanwege disruptieve technologie, maar die voorspellingen zijn niet uitgekomen. Nu het onderwijs volledig digitaal is, wordt opnieuw gesproken van een transformatie, maar ook nu is dat niet de werkelijkheid, want veelal wordt het onderwijs zoals dat voor de crisis werd gegeven, omgezet in een online variant. Dat blijkt te weinig effectief en niet efficiënt en dwingt tot opnieuw nadenken over hoe online onderwijs anders moet worden ingericht. De recente ervaring met online onderwijs maakte docenten wel bewuster van de beperkingen van puur docentgestuurd onderwijs, maar er is nog een weg te gaan voordat we mogen spreken van een transformatie.

Intussen anticiperen onderwijsinstituten op blijvende veranderingen wanneer we uit de crisis komen. Collegezalen en leslokalen worden omgebouwd tot nieuwe ‘learning spaces’, waarvan men verwacht dat docenten ze straks nodig zullen hebben voor hun vernieuwde onderwijsaanpak. Het is maar de vraag of die aanname terecht is, want veel docenten verwelkomen wellicht maar al te graag een terugkeer naar het onderwijs zoals ze dat voor de crisis hebben gegeven.

Technologie alleen kan het onderwijs niet transformeren, dat onderbouwt ook Justin Reich helder in zijn recente boek ‘Failure to Disrupt’. Volgens hem zien we juist in deze crisis goed hoe conservatief het onderwijssysteem is, omdat het digitale onderwijs dat nu wordt gegeven in essentie niet afwijkt van het onderwijs dat voor de crisis in de onderwijsinstituten werd gegeven. De onderwijscultuur en onderwijstradities staan een transformatie in de weg, want technologie wordt eerst geadopteerd om de bestaande onderwijspraktijk te versterken, zoals David Tyack ook beschreef in ‘Tinkering toward Utopia’. Onderwijsvernieuwing is een proces van kleine stappen en vereist analyse van de huidige onderwijspraktijk ten behoeve van een herontwerp.

Een belangrijk struikelblok vormt het curriculum, want in veel opleidingen is dat gefragmenteerd en omvat het een verzameling modules, verzorgd door vakdocenten. Het ontbreken van directe relaties met de beroepsuitoefening nodigt uit tot een onderwijsinrichting waarin kennisoverdracht meestal centraal staat. We moeten naar een ander ontwerpprincipe voor het curriculumontwerp, zodat een andere onderwijsinrichting onontkoombaar wordt. Als we relevante beroepstaken als uitgangspunt nemen en het onderwijsaanbod daaromheen organiseren, dan moeten vakdocenten samenwerken om te bepalen welke kennis uit het eigen vakgebied op welk moment, en op welke wijze het beste kan worden ingebracht in het leerproces.

Aansluitend zou de actieve kennisverwerving en kennisverwerking door de studenten gestimuleerd moeten worden, opdat betekenisvolle verbindingen met die beroepstaken worden gelegd. De rol van de docent verschuift daarbij naar het begeleiden en ondersteunen van het leren toepassen van de verworven kennis bij de uitvoering van de beroepstaken. Docenten uit de verschillende vakgebieden dienen daarbij wel samen te werken, omdat kennis uit meerdere vakgebieden meestal gecombineerd moet worden bij de uitvoering van een complexe beroepstaak. Kortom, wanneer beroepstaken het organiserend principe zijn van een curriculum, wordt samenwerken van docenten bij het ontwerp en de uitvoering van het onderwijs onontkoombaar, met als neveneffect dat dit samenwerken ook leidt tot het ontwikkelen van een gedeelde onderwijsvisie.

De veelgenoemde transformatie van het onderwijs verwijst doorgaans naar het omzetten van een docentgestuurde onderwijspraktijk naar onderwijs waarbij wordt uitgegaan van het leerproces van de student. Daarmee omvat de rol van een docent naast de inbreng van kennis, ook de begeleiding en ondersteuning van de student bij de verwerving, verwerking en toepassing van die kennis in de beroepspraktijk, waarbij eigenlijk ook nog maatwerk geleverd zou moeten worden (Fransen, 2020). Dat betekent dat een docent moet beschikken over een rijk en wendbaar repertoire aan didactische strategieën en over veel ervaring in de praktijk, opdat in een gegeven situatie de keuze kan worden gemaakt voor een passende didactische aanpak. En het wordt nog complexer als daarbij technologie moet worden benut. Veel docenten beschikken echter nog niet over een rijk en wendbaar didactisch repertoire, dus dat vereist professionalisering.

De effectiviteit van specifieke trainingen die docenten worden aangeboden is echter beperkt, omdat de opbrengsten ervan veelal nauwelijks zichtbaar worden in hun onderwijspraktijk. Alleen wanneer een training wordt verbonden aan het werk (‘training on the job’), wordt de kans groter dat dit zal leiden tot gedragsverandering. Professionalisering wordt dan gekoppeld aan het herontwerp van de eigen onderwijspraktijk en aan het opdoen van ervaring met een nieuwe aanpak. Daarbij helpt het als docenten samenwerkend leren, want daarmee ondersteunen ze elkaar en voorzien ze elkaar van feedback in het leerproces.

In de afgelopen periode werden docenten vooral met handreikingen en workshops ondersteund bij het inrichten van online onderwijs, maar uit onderzoek blijkt dat docenten vooral geneigd zijn om eerst een collega te raadplegen die ervaring heeft met educatieve technologie. Dergelijke pioniers vind je in vrijwel elk docententeam en ze vervullen een belangrijke rol in de ontwikkeling van hun collega’s, vooropgesteld dat ze door hun collega’s als een expert worden erkend (Fransen, 2013). Effectieve professionalisering wordt dus waarschijnlijker als een training wordt verbonden met een herontwerp van de eigen onderwijspraktijk, waarbij samenwerkend leren bijdraagt aan zowel het leerproces als aan de ontwikkeling van een gedeelde onderwijsvisie. In dat proces moeten pioniers in de teams worden benut en ondersteund, want zij vervullen hierin een onmisbare rol.

Samenvattend. Technologie alleen leidt niet tot transformatie van het onderwijs, want al gebruiken alle docenten nu wel technologie om onderwijs te geven, van transformatie is nog nauwelijks sprake. Als we die transformatie willen, dan moet nu worden ingezet op een herontwerp van het curriculum en op een professionalisering van docenten die wordt verbonden aan de ontwikkeling van de eigen onderwijspraktijk. Zo niet, dan is het denkbaar dat de heringerichte onderwijsgebouwen straks niet aansluiten bij de behoefte bij veel docenten aan collegezalen en leslokalen waarin zij het onderwijs kunnen vormgeven zoals ze dat voor de crisis gewend waren.

Bron afbeelding: https://www.csu.edu.au/division/learning-and-teaching/home/technologies-for-learning-and-teaching/learning-spaces2. Copyright: Charles Sturt University Australia.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven