Campus toont kracht van innovatief ecosysteem

Campus toont kracht van innovatief ecosysteem

Op Brightlands-innovatiecampussen werken dagelijks 30.000 ondernemers, onderzoekers en studenten aan doorbraken op het gebied van duurzaamheid, gezondheid en digitalisering. Jan Ekers vertelt hierover.

Jan Ekers is verantwoordelijk voor de gebieds- en vastgoedontwikkeling, daarbij ondersteund door een extern team van Brink. Procesmanager Pauline Martens van Brink ging met Ekers in gesprek over wat Brightlands Chemelot Campus zijn unieke karakter verleent.

Kun je om te beginnen iets vertellen over het ontstaan van Brightlands? Hoe heeft deze campus hier, grenzend aan Chemelot Industrial Park, kunnen uitgroeien tot één van de grootste industriële onderzoekslocaties in Europa op het gebied van hoogwaardige materialen, chemie en celwetenschap?

“De geschiedenis van Brightlands gaat terug naar 2003, toen het nog een traditionele R&D-site van DSM was. Op zeker moment is het concern de focus in de activiteiten gaan verleggen, met als gevolg dat ook de R&D-activiteiten verschoven en er aanzienlijke leegstand ontstond. Toen werd besloten het terrein te herontwikkelen, aanvankelijk met alleen commerciële marktpartijen, later als publiek-private samenwerking met ook de Universiteit Maastricht en de Provincie Limburg als partners. De ambitie toen was om onderdak te gaan bieden aan 2500 mensen, inclusief studenten. Inmiddels is de ambitie om 5000 medewerkers en 1000 studenten te faciliteren. Er heeft dus in de loop der tijd wel een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Ook in oppervlakte overigens, want het hele noordelijke deel van het campusterrein dat we nu aan het ontwikkelen zijn, was aanvankelijk niet in het Masterplan opgenomen. Inmiddels zijn hierin ook enkele uitbreidingsplannen geformuleerd.”

Is dat Masterplan nog steeds leidend bij de ontwikkeling van de beoogde vastgoedontwikkelingen?

“Absoluut. Het Masterplan is vanaf het begin af aan heel strikt gevolgd en dat heeft heel goed uitgepakt. We doen nooit ‘zomaar iets’, maar denken altijd op een hoog abstractieniveau na over de positionering van gebouwen, entrees en centrale voorzieningen, maar ook over de voorzieningen die we al dan niet klant-specifiek willen aanbieden. En dat gaat dan over de héle infrastructuur, dus zowel bovengronds als ondergronds, de veiligheidscontouren, de verkeersafwikkeling en ga zo maar door. Anders dan bijvoorbeeld de High Tech Campus - dat min of meer een greenfield ontwikkeling is - hebben wij te maken met een ondergrondse infrastructuur die van oudsher al aanwezig is, en waar we slim op moeten voortborduren. We kunnen het ons niet permitteren iets neer te zetten, om daarna te constateren dat het op de verkeerde plek staat en we het weer moeten afbreken.”

Wat zie je zelf als de grote kracht van Brightlands?

“Het feit dat deze campus als ecosysteem extreem goed ontwikkeld is. We bieden niet alleen verschillende partijen onderdak, maar kijken als campusorganisatie continu naar waar die partijen mee bezig zijn. En wie we onderling kunnen verbinden, binnen de diverse clusters. Dat geldt zowel voor de reguliere bedrijven als voor de start-ups en de kennisinstellingen. Onderzoek van studenten leidt soms tot start-ups, en omgekeerd hebben die start-ups ook weer briljante studenten nodig. Maar ook tussen onze vaste campusbewoners stimuleren we volop voor het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten. Dat heel intensief managen van het ecosysteem is - denk ik - onze grote kracht. Want dat is waar je op verder bouwt.”

Benieuwd naar het volledige verslag? Lees het hele interview hier in het SWP Magazine #13.

Delen: Twitter LinkedIn Facebook

permalink

Naar het overzicht

Lees verder

Terug naar boven