Wat is het nieuwe balans tussen fysiek en digitaal onderwijs? Ellis ten Dam en Sjors van Gool van Royal HaskoningDHV interviewen verschillende professionals binnen het onderwijs.
In deze interviewreeks wordt vanuit verschillende blikken naar die balans gekeken. Om dit vanuit een onderwijsperspectief te kunnen doen, is nu Rianne Appel-Meulenbroek - associate professor aan de TU/e - geïnterviewd.
Met Rianne werd gesproken over het toepassen van nieuwe vormen van lesgeven, de problemen die hierbij optreden en wat wel en niet na de Coronatijd overgenomen zal worden. Rianne valt het op dat nu de druk voor nieuwe vormen van lesgeven hoger is, je verrassend snel kan schakelen.
Wat viel je op tijdens de abrupte overgang naar thuiswerken?
Wat positief opvalt is hoe flexibel en veerkrachtig iedereen is. Zo werd er al snel praktisch gekeken naar wat dit kwartiel nog gedaan kan worden, en hoe nieuwe vormen van lesgeven ingezet kunnen worden. Videocolleges zijn hier een voorbeeld van. De TU/e gebruikt al een tijd videocolleges binnen verschillende vakken, maar niet iedereen verdiepte zich erin. Nu de druk hoger is om dit wel te doen viel het op hoe snel je dan kan schakelen.
De eerste periode is ook helemaal niet zo negatief bevallen, het verliep eigenlijk heel makkelijk. Een van de grootste uitdagingen voor docenten is het fysiek vol te houden. Beweging zoeken en niet te veel uren maken blijkt lastig. Docenten zijn gewend om rond te lopen en staand les te geven. Die beweging valt nu weg.
Daarnaast valt het snel spiegelen met collega’s weg. Normaal loop je even binnen of vraag je bij het koffieapparaat hoe het met ze gaat. Even iemand bellen of mailen is dan toch een grotere drempel. Maar, wat je mist met je collega's krijg je terug met je gezin. Wij gaan nu regelmatig met het gezin een uurtje wandelen of fietsen, normaal kom je daar niet aan toe of neem je de tijd er niet voor. Ik hoop dat ik ook na deze periode een uurtje blijf wandelen.
Waar lopen jullie tegenaan bij het opstarten van campus-activiteiten?
De prioriteit ligt nu op het door laten gaan van het onderwijs. Een van de problemen waar we tegenaan lopen is het lesgeven in grote groepen. Bij grotere groepen treden er wel eens software technische problemen op. Als universiteit moet je dan investeren, onder andere in het opnemen van meer videocolleges. Toch moet er goed nagedacht worden over hoe je dit uitvoert. Uit een eerdere enquête, vóór de Coronatijd, bleek dat studenten liever op geroosterde tijden les kregen. De TU wil zich hier dus aan houden, waardoor onder andere de study guides aangepast moeten worden.
Ook qua onderzoek moesten we herdefiniëren. Zo lopen er verschillende afstudeertrajecten waarvoor ineens de onderzoeksmethodiek omgezet moest worden. Verschillende afstudeerders zijn bijvoorbeeld volledig afhankelijk van laboratoria, maar de afgelopen tijd moesten ze thuisblijven. Deze afstudeerders hebben we moeten bijsturen zonder te veel van ze te willen vragen in een ander thema. Ook voor nieuwe afstudeerders moeten we flexibeler zijn, omdat de situatie over enkele maanden nog onduidelijk is. Tot aan de zomer komt in principe niemand de campus op, behalve als je specifieke toestemming hebt gekregen en een concreet doel hebt. De kans is ook groot dat vanaf 1 september nog steeds zoveel mogelijk virtueel gedaan zal worden.
Wat leren we nu voor de campus van de toekomst?
Er zal waarschijnlijk meer met de videocolleges gewerkt gaan worden, vooral voor grote groepen. Zelf had ik weinig colleges met zo'n grote aantallen, maar ik denk dat we deze nu TU-breed meer als videocollege gaan geven, en dan een vragenuurtje erbij plannen. Ik denk dat het vaker videocolleges toepassen voor studenten ook meer begeleidingstijd biedt, aangezien docenten minder tijd kwijt zijn aan het fysiek verzorgen van colleges. Het geeft de studenten dan ook meer ruimte om in een vragenuurtje specifieke vragen te stellen. Of het virtueel lesgeven echt goed werkt hebben we nog te weinig ervaring mee. Sommige studenten zullen erin floreren en zoeken contact wanneer nodig. Andere studenten die juist contact nodig hebben, zullen het wellicht minder opzoeken.
Naast videocolleges zullen 1-op-1 begeleidingen meer op afstand kunnen. Tot nu toe kwamen afstudeerders vaak daarvoor naar ons toe, ook al woonden ze in een andere stad. Dit zal nu misschien vaker virtueel gaan.
Toch denk ik dat naast videocolleges en sommige 1-op-1 gesprekken niet zoveel zal veranderen. Zoals ook uit de eerder benoemde enquête bleek, studenten hebben behoefte aan live contact. Het live onderwijs zal dus niet helemaal op moet houden, maar de balans zal wellicht veranderen.
Meer artikelen van Royal HaskoningDHV
- Campus Day 2024: Datagedreven verduurzamen is bovenal een mensverhaal
- Bijblijven met wet- en regelgeving voor duurzame gebouwen
- Patrick Groothuis: “Mensen zijn in de kern sociale wezens die graag interactie hebben en in groepsverband dingen leren.”
- Jesús Rosales Carreón: ‘Onderwijs geven is 80% mensenwerk en 20% techniek’
- Margot Jansen: ‘Blijkbaar hebben we een lockdown nodig om de kwaliteit van de leefomgeving beter op de agenda te krijgen’